Soort van dag 42: mol

(11 februari 2023)

Vandaag en morgen is de landelijke Mollentelling, georganiseerd door o.a. de Zoogdiervereniging. Het doel hiervan is om beter inzicht te krijgen waar mollen precies voorkomen. Mensen zien vaak wel molshopen maar geven die niet door op waarneming.nl of bij de Jaarrond Tuintelling.

Een mol kan in principe overal leven waar hij in de grond kan graven en waar voldoende regenwormen te vinden zijn. Op de Waddeneilanden komen geen mollen voor. Verder lijkt het erop dat mollen ontbreken op droge heideterreinen, in monotone naaldbossen en in centra van grote steden.

Het aantal molshopen in een gebied zegt weinig over het aantal mollen. Want het verschilt per gebied en per periode hoeveel molshopen één mol maakt. In de paartijd (februari-april) gaan de mannetjes op zoek naar de vrouwtjes. Hierbij maken ze mollenritten (oppervlakkige gangen). Ook het weer heeft invloed op hoeveel molshopen een mol maakt. Als het kouder wordt en regenwormen dieper de grond in trekken, dan moet de mol dieper graven om bij zijn voedsel te kunnen komen.

Elke mol heeft een eigen gangenstelsel dat tegen soortgenoten wordt verdedigd. Enkele weken na de geboorte worden de jongen door de moeder uit haar territorium verdreven. Bij hun zoektocht naar een eigen woonplek graven de jonge mollen lange ritten vlak aan het oppervlak (juni-juli).

Het gangenstelsel is een val voor ongewervelde dieren. De mol patrouilleert door zijn gangen en eet onderweg de gevangen diertjes op. In het voor- en najaar legt de mol in ondergrondse kamers een voedselvoorraad aan van regenwormen. Daarvoor bijt hij de kop van een regenworm af, zodat die verlamd raakt.

Molshopen en mollenritten zie je dus op veel plekken, maar mollen zelf zie je niet zo gauw. Ik zie wel eens een exemplaar in de snavel van een blauwe reiger. Of een dood exemplaar in de tuin (foto). Een paar jaar geleden zag ik op een droge zomerse dag een mol de grond uit schieten, een regenworm achtervolgend. De regenworm wist overigens te ontsnappen.

Mollen zijn helemaal aangepast aan hun leven onder de grond. Zo zijn hun voorpoten omgevormd tot grote graafhanden (met vijf vingers en een duimpje). De haren van de zwarte vacht zijn zo ingeplant dat ze alle kanten op kunnen bewegen. Ze hebben geen uitwendige oren. Mollenogen zijn klein en slecht ontwikkeld, maar blind zijn ze niet. Verder vallen de spitse, slurfvormige roze snuit met gevoelige snorharen en het kleine staartje op.

Sommige mensen vinden mollen maar lastig: ze maken hun mooie gazon kapot. Maar bedenk dat mollen erg nuttig zijn. Naast regenwormen eten ze slakken en larven van (schadelijke) insecten. Door het graven van gangen zorgen ze ervoor dat de grond luchtig blijft en dat het regenwater weg kan stromen. Zie ook de website van MilieuCentraal.

Hier lees je waarom ik elke dag een soort plaats.

π˜‰π˜³π˜°π˜―π˜―π˜¦π˜―: 𝘻𝘰𝘰𝘨π˜₯π˜ͺ𝘦𝘳𝘷𝘦𝘳𝘦𝘯π˜ͺ𝘨π˜ͺ𝘯𝘨.𝘯𝘭, 𝘷𝘦𝘳𝘴𝘱𝘳𝘦π˜ͺπ˜₯π˜ͺ𝘯𝘨𝘴𝘒𝘡𝘭𝘒𝘴.𝘯𝘭, 𝘞π˜ͺ𝘬π˜ͺ𝘱𝘦π˜₯π˜ͺ𝘒, π˜”π˜ͺ𝘭π˜ͺ𝘦𝘢𝘊𝘦𝘯𝘡𝘳𝘒𝘒𝘭

EΓ©n gedachte over “Soort van dag 42: mol”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: