(15 maart 2023)
Vandaag, de derde woensdag van maart, is het Nationale Boomfeestdag en wordt het Boomfeestseizoen (van oktober tot maart) officieel afgesloten. Boomfeestdag heette eerst Boomplantdag en bestaat al sinds 1957. Begin jaren ’70 deed mijn klas ook mee. We plantten toen bomen en struiken rond de Tijningenplas in Zaltbommel. Ik weet nog dat ik een kardinaalsmuts heb geplant.
Het doel van Stichting Nationale Boomfeestdag is om kinderen (vanaf 9 jaar) meer inzicht, kennis en begrip voor bomen bij te brengen. Dat gebeurt tegenwoordig niet alleen meer via het planten van bomen. In onze eigen gemeente (De Ronde Venen) bijvoorbeeld helpen de kinderen ook bij het groenonderhoud (knotten en snoeien).
Vandaag aandacht voor een vroegbloeiende houtachtige: de wilg. Hoewel, dé wilg bestaat niet. Wereldwijd komen zo’n driehonderd soorten voor; in Nederland tien. Daarnaast zijn er allerlei cultuurvariëteiten, kruisingen en soorten van elders. Bekende ‘exotische’ soorten zijn treurwilg en kronkelwilg.
Inheemse wilgen heb je in allerlei vormen en formaten: van dwergstruik (kruipwilg) tot grote opgaande boom (schietwilg). Je hebt ze met smalle langwerpige bladeren en met eironde blaadjes. De bloem- en bladknoppen van alle wilgen hebben één knopschub. Wilgen houden van een vochtige bodem en van licht. Het zijn typische pioniersoorten.
Veel wilgensoorten bloeien voordat het blad verschijnt. Wilgen zijn tweehuizig met mannelijke of vrouwelijke bloemen in katjes. De bloemen hebben geen kroon of kelk. Afzonderlijke mannelijke bloemen bezitten een tot vijf meeldraden met heel veel stuifmeel en twee honingklieren. De vrouwelijke bloeiwijze hebben een stempel en een honingklier met veel nectar. De bestuiving vindt vooral plaats door wilde bijen (inclusief hommels) en vliegen. Ook honingbijen bezoeken wilgen maar een bij verzamelt of alleen stuifmeel (op de mannelijke bloemen) of alleen nectar (op de vrouwelijke bloemen). En dan vindt er dus geen bestuiving plaats. Wilgen bloeien niet allemaal tegelijk. Als eerste bloeit de struikvormige boswilg (maart-april), als laatste de laurierwilg (mei-juni). De pluizige zaden worden door de wind verspreid; ze zijn heel kort (tot enkele dagen) kiemkrachtig.
Wilgen bieden voedsel aan zo’n 450 insectensoorten. Bekende soorten zijn de wilgenhoutrups en verschillende soorten wilgenhaantjes. Deze insecten zijn weer voedsel voor allerlei vogels. Er leven 80 soorten galvormers op wilgen. Op de voedselrijke schors vind je allerlei soorten mossen en korstmossen. Boomvormende wilgen kunnen aangetast worden door de watermerkziekte, veroorzaakt door een bacterie. Op de knot van knotwilgen kunnen allerlei planten groeien.
Mensen gebruiken wilgen op allerlei manieren. Wilgentenen worden gebruikt voor tuinafscheiding (vlechtwerk), bouwmateriaal (vakwerkhuizen), oeververdediging of manden. Wilgentenen worden geoogst van knotbomen of uit grienden. Wilgenhout is geschikt voor klompen. Wilgenbast bevat salicinezuur wat koortswerend en pijnstillend is.
Op de foto’s zie je bovenaan schietwilgen als rivierbegeleidende bomen langs de Maas bij Alem en als knotboom bij Portengen. Onderaan van links naar rechts: een mannelijk katje, vrouwelijke katjes, zaadpluis en kruipwilg met zaadpluis.
Hier lees je waarom ik elke dag een soort plaats.
𝘉𝘳𝘰𝘯𝘯𝘦𝘯: 𝘣𝘰𝘰𝘮𝘧𝘦𝘦𝘴𝘵𝘥𝘢𝘨.𝘯𝘭, 𝘕𝘦𝘥𝘦𝘳𝘭𝘢𝘯𝘥𝘴𝘦 𝘰𝘦𝘤𝘰𝘭𝘰𝘨𝘪𝘴𝘤𝘩𝘦 𝘍𝘭𝘰𝘳𝘢, 𝘉𝘰𝘮𝘦𝘯 𝘦𝘯 𝘮𝘦𝘯𝘴𝘦𝘯
Eén gedachte over “Soort van dag 74: wilgen”