Soort van dag 100: lieveheersbeestjes

(10 april 2023)

Het is vandaag de laatste dag van de Week van de Groene Tuin. Groene tuinen dragen bij aan de biodiversiteit. Verder zijn ze belangrijk voor klimaatadaptatie (aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering).

Als je je tuin vergroent, denk dan ook eens aan het planten van inheemse planten. Dat is goed voor allerlei insecten, vogels enzovoort. En gebruik biologische, gifvrije planten en zaden! Hier zie je waar die verkrijgbaar zijn.

Vorig jaar heb ik meegewerkt aan een boekje voor kinderen over het vergroenen van je tuin: “De Tuin met Stip”, met als hoofdrolspeler een lieveheersbeestje. Daarom vandaag aandacht voor één van de meest geliefde groepen insecten: de lieveheersbeestjes.

Lieveheersbeestjes zijn kleine kevers van 0,2-1 cm groot. Enkele soorten leven van planten of schimmels. De meeste eten insecten (zoals bladluizen) en mijten. In Nederland komen zo’n zestig soorten voor. Je hebt ze in het rood, geel, wit, zwart en/of oranje en vaak zijn ze gestippeld. Met hun uiterlijk waarschuwen ze potentiële predatoren dat ze niet lekker zijn. Als je een lieveheersbeestje op je hand hebt, laat het vaak een gele vloeistof achter. Deze vloeistof stinkt en is bitter. Hiermee wil het beestje een belager afweren.

In de collage zie je links boven Aziatische lieveheersbeestjes met een tweestippelig lieveheersbeestje (de kleine). Rechts boven: larve van een lieveheersbeestje. Onderaan van links naar rechts: dertienstippelig lieveheersbeestje, zevenstippelig lieveheersbeestje en citroenlieveheersbeestje. Deze laatste eet meeldauw; de andere eten allemaal bladluizen.

Ik beperk me nu even tot de bladluis-etende lieveheersbeestjes. Deze hebben als volwassen insect overwinterd. Na de winterslaap gaan ze eerst eten. In april/mei paren ze en zetten de vrouwtjes de eitjes af. Na zo’n vier dagen komen daar de larven uit die gelijk beginnen met eten. Ze eten de luizen niet echt op, maar zuigen ze leeg. Na zes weken zijn de larven groot genoeg om zich te verpoppen tot de ons wel bekende lieveheersbeestjes. Vaak komt er in de zomer nog een generatie. De jongvolwassen beestjes eten hun buik vol en gaan op zoek naar een overwinteringsplek. Afhankelijk van de soort kruipen ze dan met een groepje bij elkaar in de grond of onder de strooisellaag of ze zoeken een plekje bij ons in huis, bijvoorbeeld in de sponningen van een raam. Daar wachten ze tot het voorjaar wordt. Een lieveheersbeestje eet in zijn leven ongeveer 5.000 bladluizen.

In de strijd tegen bladluizen is in 2004 het Aziatisch lieveheersbeestje ingevoerd. Deze kan zich goed handhaven en gedraagt zich inmiddels als een invasieve exoot. Als de bladluizen op zijn, eten ze namelijk andere soorten lieveheersbeestjes, rupsen en vlindereitjes. Hiermee vormen ze een bedreiging voor inheemse soorten. Ze zien er heel divers uit (wat betreft kleur, aantal stippen). Ze zijn relatief groot en herkenbaar aan de M-vormige tekening op het halsschild. Het rugschild is van achteren wat geplooid. Deze lieveheersbeestjes overwinteren (samen met het kleinere inheemse tweestippelig lieveheersbeestje) in huis.

Tenslotte nog de naam. Voor de kerstening was de Germaanse naam van het kevertje “Freyafugle” (vogel van de godin Freya). Deze naam werd verchristelijkt tot onzelievevrouwebeestje of (onze)lieveheersbeestje. Lieveheersbeestjes hebben heel veel (streek)namen. De meest bekende is kapoentje. Die verwijst naar de naam ‘haantjes’ voor kleine kevertjes.

Hier lees je waarom ik elke dag een soort plaats.

𝘉𝘳𝘰𝘯𝘯𝘦𝘯: 𝘞𝘪𝘬𝘪𝘱𝘦𝘥𝘪𝘢, 𝘌𝘐𝘚

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: