(19 april 2023)
Nu het warmer wordt, ontwaken de reptielen. In Nederland komen zeven soorten voor: vier hagedissen (zandhagedis, levendbarende hagedis, muurhagedis en hazelworm) en drie soorten slangen (ringslang, gladde slang en adder). Reptielen zijn koudbloedige gewervelde dieren. Ze leggen eieren. Amfibieën hebben een larvaal stadium in het water (kikkervisje); reptielen hebben dat niet.
De hazelworm is een pootloze hagedis en wordt daarom wel eens ten onrechte aangezien voor een slang. Een belangrijk verschil is dat slangen hun ogen niet kunnen sluiten; hagedissen, dus ook de hazelworm, kunnen dit wel. Het lichaam van een hazelworm is stijver dan van een slang en een hazelworm kan net zoals ander hagedissen zijn staart (de helft van zijn lichaam) afwerpen. Slangen hebben een enkele rij buikschubben; hagedissen hebben heel veel rijen met kleine buikschubben. Hazelwormen bijten niet en zijn ook niet giftig.
Hazelwormen paren in mei. Daarna ontwikkelen de embryo’s zich in de drachtige vrouwtjes. Om de ontwikkeling te bevorderen nemen de vrouwtjes vaak een zonnebad. Hazelwormen zijn eierlevendbarend. Dat wil zeggen dat de jongen (in augustus en september) geboren worden met een eivlies om zich heen. Binnen enkele seconden tot minuten na hun geboorte scheurt het vlies. De jonge hazelwormen zijn gelijk zelfstandig.
Hazelwormen eten vooral regenwormen, naaktslakken en spinnen. Zelf worden ze gegeten door uilen, roofvogels, fazanten, kippen, eksters, kraaien, vossen, ratten, dassen en huiskatten. Ze worden tot 40 cm lang en kunnen vijftien jaar oud worden.
Hazelwormen leven nogal verborgen. Hun winterslaap houden ze onder de grond. Je vindt ze in bossen, bosranden, houtwallen en bermen, op heideterreinen en in grote tuinen en op erven. Rommelige hoekjes zijn ideale schuilplekken. Hazelwormen zijn overdag actief.
Hazelwormen komen voor op zand- en lössgronden. De eerste hazelworm die ik zag, was zo’n dertig jaar geleden tijdens een sanitaire stop de Brunssumerheide. De laatste jaren heb ik ze vaker gezien, op de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. De hazelworm rechtsonder lag te zonnen op een mountainbikepad. Met een stok heb ik hem van het pad af gedirigeerd. Net op tijd, want er kwamen drie mountainbikers aan. Afgelopen jaren is regelmatig in het nieuws geweest dat er honderden slachtoffers vallen onder hazelwormen en andere hagedissen op fiets- en mountainbikepaden.
In delen van Noord-Brabant zijn maar weinig waarnemingen van de hazelworm bekend. Mensen worden daarom opgeroepen om dit jaar waarnemingen rondom Tilburg door te geven. Hier lees je er meer over.
Hier lees je waarom ik elke dag een soort plaats.
𝘉𝘳𝘰𝘯𝘯𝘦𝘯: 𝘙𝘈𝘝𝘖𝘕, 𝘕𝘢𝘵𝘶𝘳𝘦 𝘛𝘰𝘥𝘢𝘺
Eén gedachte over “Soort van dag 109: hazelworm”