Soort van dag 112: iep

(22 april 2023)

Binnenkort gaat het weer beginnen: de lente- of iepensneeuw. Hiermee worden de neerdwarrelende vruchtjes van de iep (olm) bedoeld. En dat kan op straat flinke pakketten ‘sneeuw’ opleveren. Er is een speciale iepenroute door de hoofdstad uitgezet (zie https://springsnow.nl/). Want de iep is dé boom van de stad Amsterdam. Er staan daar meer dan 75.000 exemplaren (bijna een kwart van het hele Amsterdamse bomenbestand is iep), van 32 verschillende cultuurvariëteiten. En dat is niet voor niets: iepen zijn ideale bomen voor ons klimaat en voor in de stad. Ze kunnen tegen een stootje en verdragen verharding. Daarom worden iepen veel aangeplant als laan- en wegbeplanting.

In Nederland komen in het wild gladde iep (veldiep), fladderiep (steeliep) en ruwe iep (bergiep) voor. Hiervan komt de gladde iep het meeste voor. De Hollandse iep bestaat ook; dat is een (spontane) kruising tussen de gladde en de ruwe iep. Er bestaan veel cultuurvariëteiten waarbij geselecteerd is op bepaalde eigenschappen zoals kroonvorm en resistentie tegen iepenziekte. De gladde iep die veel wortelopslag maakt, wordt ook gebruikt voor dichte hagen.

Alle iepen hebben als kenmerk een asymmetrische (scheve) bladvoet. Verder zijn de bladeren veernervig en hebben ze een gezaagde of dubbelgezaagde bladrand. Als er geen blad aan de boom of struik zit, dan kun je iepen herkennen aan de typische V-vormige vertakking (iepenveren; visgraat).

Iepen bloeien voordat het blad verschijnt. Vervolgens rijpen de iepenzaden die omgeven worden door een vleugelrand. Het lijkt dan net alsof de boom al vol blad zit, maar het zijn dus de vruchten die je ziet. Als deze vruchten (ook wel iependubbeltjes genoemd) naar beneden dwarrelen, verschijnen de bladeren.

Iepen hebben te lijden onder de iepenziekte. Deze ziekte wordt veroorzaakt door een schimmel die overgebracht wordt door iepenspintkevers. De kever zet haar eitjes af op verzwakte of dode bomen. De schimmel kan vervolgens via de wortels op andere (gezonde) iepen terecht komen. Ook brengen de volwassen kevers de schimmel over op gezonde bomen als ze eten van de okselknoppen en de bast. De schimmel veroorzaakt verwelking van de takken en uiteindelijk sterft de boom. Ook dood hout (haardhout) kan een besmettingsbron zijn.

Vermoedelijk is de schimmel tijdens de Eerste Wereldoorlog met een houtimport van Azië naar Europa overgekomen. Omdat Nederlanders de ziekte als eerste beschreven, wordt de ziekte ook wel Dutch Elm Disease genoemd. De iepenziekte heeft grote gevolgen gehad (en heeft het nog steeds) voor het Nederlandse iepenbestand. Van 1977 tot 1991 gold landelijk het Besluit bestrijding iepziekte. Nu wordt de bestrijding gemeentelijk via de APV geregeld. Bestrijding houdt in: aangetaste bomen kappen en schillen en de bast vernietigen. Er zijn cultuurvariëteiten ontwikkeld die bestand zijn tegen de iepenziekte. Verder worden (beeldbepalende) iepen ook wel geïnjecteerd tegen de iepenziekte.

Niet alleen iepenspintkevers vind je op iepen. Er zijn verschillende galmuggen, galluizen en galmijten die hun eitjes in het iepenblad leggen. Het loof en de schors van iepen zijn geschikt als veevoer. Op de schors van iepen vind je meer soorten korstmos en mos dan op de schors van andere bomen.

Op de foto’s bovenaan: iepenblad, wegbeplanting met iepen en boom vol iependubbeltjes. Middelste rij: iependubbeltjes en iepenveer. Onderaan: bloeiende iep, iepenknobbelmijt en vraatgangen van de iepenspintkever.

Hier lees je waarom ik elke dag een soort plaats.

𝘉𝘳𝘰𝘯𝘯𝘦𝘯: 𝘕𝘦𝘥𝘦𝘳𝘭𝘢𝘯𝘥𝘴𝘦 𝘖𝘦𝘤𝘰𝘭𝘰𝘨𝘪𝘴𝘤𝘩𝘦 𝘍𝘭𝘰𝘳𝘢, 𝘞𝘪𝘬𝘪𝘱𝘦𝘥𝘪𝘢, 𝘴𝘱𝘳𝘪𝘯𝘨𝘴𝘯𝘰𝘸.𝘯𝘭, 𝘵𝘳𝘰𝘶𝘸.𝘯𝘭

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: