(30 april 2023)
Het lantaarntje is de meest voorkomende (water)juffer. Juffers zijn een onderorde van de libellen; de andere onderorde zijn de echte libellen. Het meest opvallende verschil tussen beide onderordes is dat juffers in rust de vleugels achter de rug vouwen, terwijl een echte libel ze spreidt. Verder zijn juffers kleiner en slanker (met een lang en dun achterlijf). De bolle ogen raken bij een juffer elkaar niet. In Nederland komen zesentwintig soorten juffers voor. Er zijn verschillende families; één daarvan zijn de waterjuffers. Libellen kun je van april tot eind oktober zien vliegen, meestal in de buurt van water.
Er zijn vier soorten blauwe waterjuffers die je veel bij tuinvijvers ziet: lantaarntje, watersnuffel, azuurwaterjuffer (foto rechts onder) en de variabele waterjuffer. Het mannetje van het lantaarntje is vrij gemakkelijk van andere soorten waterjuffers te onderscheiden. Zijn borststuk is eerst groen, daarna blauw. Het achterlijf is geheel zwart met één blauw (achtste) segment (het lantaarntje). Vrouwtjes zijn variabel gekleurd. Zie ook deze zoekkaart.
Libellenlarven leven onder water. Jufferlarven hebben drie uitsteeksels aan hun achterlijf, zogenaamde kieuwbladen (foto midden onder). Met die kieuwbladen kunnen de larven ademhalen en snel wegschieten bij gevaar.
De paring gaat niet bepaald zachtzinnig. Als het mannetje het vrouwtje in de juiste houding heeft, vormen ze een paringsrad (foto links onder). Waterjuffervrouwtjes zetten de eitjes op waterplanten af. Libellenlarven vervellen een aantal keer. De laatste vervelling naar imago (volwassen insect) wordt uitsluipen genoemd. De volgroeide larve klimt het water uit en gaat op een plantenstengel zitten. De huid van kop en borststuk barst open en heel langzaam komt de volwassen libel eruit. De libel blijft nog even hangen (uitharden) en vliegt vervolgens naar een boom of struik. Lantaarntjes overwinteren als larve (één winter). Na de paring en de afzetting van de eitjes zijn de volwassen juffers binnen een paar dagen dood.
Libellen zijn jagers: zowel de larven (nimfen) als de volwassen insecten voeden zich met andere diertjes. De aanwezigheid van libellenlarven duidt meestal op een relatief hoge waterkwaliteit. Behalve bij het lantaarntje; die kan vrij goed tegen watervervuiling. Libellenlarven zelf staan op het menu van vissen, amfibieën, waterkevers, waterwantsen en watervogels.
Van 1 t/m 14 mei is het de voorjaarseditie van de Week van Ons Water. Er worden dan door heel Nederland allerlei leuke en leerzame wateractiviteiten georganiseerd. Onderdeel is ook de aftrap van de actie ‘Tel de Libel’. Hierbij kun je al je waarnemingen van libellen en hun larven doorgeven.
Hier lees je waarom ik elke dag een soort plaats.
𝘉𝘳𝘰𝘯𝘯𝘦𝘯: 𝘞𝘪𝘬𝘪𝘱𝘦𝘥𝘪𝘢, 𝘝𝘭𝘪𝘯𝘥𝘦𝘳𝘴𝘵𝘪𝘤𝘩𝘵𝘪𝘯𝘨, 𝘸𝘢𝘵𝘦𝘳𝘥𝘪𝘦𝘳𝘵𝘫𝘦𝘴.𝘯𝘭
Eén gedachte over “Soort van dag 120: lantaarntje”