Soort van dag 137: fuut

(17 mei 2023)

Afgelopen week zag ik jonge futen die meeliftten op de rug van hun ouders. Zo worden de kuikens warm gehouden en zijn ze beschermd tegen predatoren.

Het begint allemaal in februari/maart met de prachtige en uitgebreide baltsdans van een paartje futen. Hierbij schudden ze hun kop, komen ze hoog uit het water en duiken ze waterplanten op. Het vrouwtje legt de eieren op een drijvend nest dat verankerd is aan de oevervegetatie. Mannetje en vrouwtje wisselen elkaar af bij het broeden. Enkele dagen nadat ze uit het ei zijn gekomen, kunnen de kuikens al zwemmen. Toch gaan ze de eerste twee weken mee op de rug van een van de ouders. Na ongeveer tien weken zijn de jongen zelfstandig.

Het voedsel van de fuut bestaat vooral uit vis die ze uit het water opduiken. Het allereerste dat jonge futen te eten krijgen, zijn veren, geplukt uit de borst van de ouder. Hiermee krijgen ze een beschermend laagje in hun maag waardoor ingeslikte graten minder prikken en geen schade kunnen aanrichten. Na een tijdje worden de onverteerde veren en graten als een bal uitgekotst. Vervolgens eet een fuut weer borstveren voor een nieuw beschermend laagje. En dat gaat zo zijn leven lang door.

Mannetjes en vrouwtjes zien er hetzelfde uit. Aan het einde van de winter hebben de futen hun prachtkleed met de mooie roodbruine kopveren en kuif. In de winter zijn ze grijs van kleur. Verder vallen de rode ogen op. De jongen zijn zwart-wit gestreept.

De poten van een fuut staan ver naar achteren. Daardoor kan een fuut makkelijk duiken en zwemmen, ook onder water. Lopen gaat moeizaam en daarom zul je futen niet op het land zien. Vliegen kunnen ze uiteraard wel. Dat doen ze vooral ’s nachts.

Futen zie je in de broedtijd in moerassen, op plassen en ook op wateren in het stedelijk gebied. Na de broedtijd zijn duizenden futen op grote open (zoete en zoute) wateren te vinden om te ruien. Tijdens de rui kunnen ze niet vliegen en op grote open wateren voelen ze zich veilig. In de winter overwinteren ook noordelijke futen in ons land. Bij strenge vorst verplaatsen de futen zich naar de zoute open wateren in Zuidwest-Nederland en naar de Noordzee. In de winter verblijven zo’n 30.000 futen in Nederland.

In de loop van de vorige eeuw is het aantal futen gegroeid doordat er een einde aan de bejaging kwam en door de toename van de voedselrijkdom (en daarmee van vis) van de wateren. Sinds de jaren ’90 is er weer een daling. Om die reden staat de fuut op de oranje lijst met vogels die bij ons doortrekken of overwinteren.

Er zijn nog meer futensoorten die je in Nederland kunt zien: dodaars, geoorde fuut, roodhalsfuut en  kuifduiker. Zie ook dit filmpje. De naam fuut komt waarschijnlijk van ‘aars-voet’. Dat verwijst naar de poten die ver naar achteren staan en waarbij het lijkt alsof ze uit de aars steken.

Hier lees je waarom ik elke dag een soort plaats.

𝘉𝘳𝘰𝘯𝘯𝘦𝘯: 𝘝𝘰𝘨𝘦𝘭𝘣𝘦𝘴𝘤𝘩𝘦𝘳𝘮𝘪𝘯𝘨, 𝘚𝘖𝘝𝘖𝘕, 𝘞𝘪𝘬𝘪𝘱𝘦𝘥𝘪𝘢, 𝘷𝘰𝘨𝘦𝘭𝘸𝘢𝘤𝘩𝘵𝘥𝘦𝘭𝘧𝘵.𝘯𝘭, 𝘝𝘳𝘰𝘦𝘨𝘦 𝘝𝘰𝘨𝘦𝘭𝘴

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: