(8 januari 2023)
De koolmees is een van de meest bekende tuinvogels. Bij de Nationale Tuinvogeltelling staat de koolmees vanaf het begin op nummer 2 (de huismus op nummer 1).
Koolmezen eten zaden, vruchten en insecten. Ze komen voor in bossen, parken en tuinen. Het zijn standvogels, dat wil zeggen: ze overwinteren in de buurt van hun broedgebied. In strenge winters komen grote aantallen koolmezen uit Scandinavië en Oost-Europa naar ons land om te overwinteren.
In de winter eten ze graag van vetbollen, pinda’s en zaden die de mensen aanbieden. Vandaag kon ik een mooie fotoshoot maken van een koolmees die zich te goed deed aan zaden in ons raamvoederhuisje. (Erg handig zo’n voederhuisje: als er een vogel in zit, rammelt het tegen het raam en weten wij dat er wat te zien valt.)
In het laatste weekend van januari is het weer Nationale Tuinvogeltelling. Om gegarandeerd te zijn van vogels kun je ze nu al bijvoederen. Dan zijn ze daaraan gewend geraakt.
Koolmezen zijn makkelijk te herkennen. Het meest opvallende zijn de gele borst met zwarte middenstreep en de glanzend zwarte kop met een grote witte wang. De zwarte middenstreep op de buik en borst is bij mannetjes breder dan bij vrouwtjes. De koolmees is een van de eerste vogels die in de winter alweer begint met zingen. ‘Roepen’ doen ze het hele jaar door. Hier kun je hun geluid horen.
Ze broeden vanaf april (400.000-700.000 broedparen). Het zijn holenbroeders en maken dankbaar gebruik van nestkasten. De jongen krijgen rupsjes te eten, o.a. van de kleine wintervlinder, de eikenprocessierups en de buxusmot.
Er wordt al lang veel onderzoek naar koolmezen gedaan. Bijvoorbeeld naar gedrag, gevolgen van klimaatverandering en effect van stikstofdepositie. Zo is gebleken dat door verzuring (door te veel ammoniak) er op de Veluwe te weinig calcium in het voedselaanbod voor koolmezen zit. Daardoor zijn de eierschalen te dun en kunnen kuikens al in het nest hun pootjes breken.
Hier lees je waarom ik elke dag een soort plaats.
𝘉𝘳𝘰𝘯𝘯𝘦𝘯: 𝘞𝘪𝘬𝘪𝘱𝘦𝘥𝘪𝘢, 𝘕𝘢𝘵𝘶𝘳𝘦 𝘛𝘰𝘥𝘢𝘺, 𝘷𝘰𝘨𝘦𝘭𝘣𝘦𝘴𝘤𝘩𝘦𝘳𝘮𝘪𝘯𝘨.𝘯𝘭