(28 april 2023)
Een van de grootste insecten van West-Europa is de veenmol, ook wel aardkrekel of molkrekel genoemd. Het is geen krekel, maar het is er wel nauw verwant aan.
Veenmollen leven in losse, humeuze grond, want daarin kunnen ze makkelijk gangen graven. Ze komen in Nederland vooral op veengrond voor (m.n. in Zuid-Holland en Zeeland). Hun voedsel bestaat grotendeels uit insectenlarven en regenwormen, maar ze eten ook plantenwortels. Zo ontstaan er bruine plekken in gazons. Bij het woelen kunnen jonge plantjes sneuvelen. Tuinders en mensen die van een nette tuin houden, zijn niet zo blij met veenmollen. Ook in onze moestuin vinden we ze regelmatig. Wat je in elk geval niet moet doen, is ze doden. De veenmol staat op de Rode Lijst als kwetsbaar en is beschermd via de Flora- en Faunawet. Op de website van Landschapsbeheer Zeeland staan tips om overlast door veenmollen te beperken.
Veenmollen hebben een onmiskenbaar opvallend uiterlijk. Mannetje worden tot 4,5 cm lang, vrouwtjes tot 7 cm. Aan het achterlijf hebben ze twee tastorganen; dat is handig bij het achteruit lopen. Vrouwtjes hebben geen legboor zoals andere sprinkhanen en krekels. Veenmollen hebben twee sterke voorpoten met opvallende klauwen; deze poten lijken wel wat op de poten van een mol. Ze kunnen hier goed mee graven. Veenmollen leven bijna altijd ondergronds. Ook schuilen ze wel onder stenen en stammetjes.
In april-mei zijn de mannetjes ’s avonds te horen. Het mannetje maakt een holletje en daar maakt hij een aanhoudend gesnor door zijn dekvleugels te bewegen. Het geluid wordt door het holletje versterkt. Hiermee lokt hij vrouwtjes naar zich toe.
Je zou het geluid van de veenmol kunnen verwarren met dat van de rugstreeppad. Er is wel een belangrijk verschil: een rugstreeppad roept in strofes van een halve seconde, met elke keer een pauze van ongeveer 0,2 seconde er tussen. Veenmollen gaan veel langer door, en kunnen minutenlang onafgebroken geluid maken. Hier hoor je de geluiden van verschillende nachtelijke ‘ratelaars’.
Het bevruchte vrouwtje maakt op 8-30 cm diepte een kraamkamer waarin ze zo’n 300 eitjes legt. Ze houdt de eitjes schoon en beschermt de jongen de eerste weken. Het nest heeft zijingangen waardoor regenwater weg kan stromen. Alle planten boven het nest worden weggeknaagd zodat de zon de bodem kan verwarmen. De jonge veenmollen zijn zogenaamde nimfen: ze lijken al op volwassen dieren (foto links). Ze vervellen een aantal keer tot ze geslachtsrijp zijn. Bij veenmollen duurt dat anderhalf jaar. Een volwassen veenmol kan bijna twee jaar oud worden. Van augustus tot maart zijn veenmollen in winterslaap.
Natuurlijke vijanden van veenmollen zijn kraaien, vossen, reigers, mollen, egels en spitsmuizen. Ook katten pakken ze wel. Veenmollen steken niet maar kunnen wel bijten.
Hier lees je waarom ik elke dag een soort plaats.
𝘉𝘳𝘰𝘯𝘯𝘦𝘯: 𝘞𝘪𝘬𝘪𝘱𝘦𝘥𝘪𝘢, 𝘦𝘪𝘴-𝘯𝘦𝘥𝘦𝘳𝘭𝘢𝘯𝘥.𝘯𝘭, 𝘭𝘢𝘯𝘥𝘴𝘤𝘩𝘢𝘱𝘴𝘣𝘦𝘩𝘦𝘦𝘳𝘻𝘦𝘦𝘭𝘢𝘯𝘥.𝘯𝘭