(22 februari 2023)
Een van de wintergroene varens is de tongvaren. Je kunt deze niet verwarren met andere wilde varens. Het is de enige varen met bladeren die groot en tongvormig zijn en een gave bladrand hebben. Hij hoort tot de streepvarens: bij deze varens zijn de sporenhoopjes aan de onderkant van het blad langwerpig (streepvormig). Onder de streepvarens vallen ook tropische soorten die we als kamerplant kennen zoals de vogelnestvaren. Streepvarens in gematigde streken zijn van oorsprong rotsplanten.
Hoe de voortplanting van varens verloopt, heb ik beschreven bij de eikvaren. De sporen van tongvarens ontstaan in de zomer en de sporenhoopjes zijn tot in het volgende voorjaar te zien. In april komen de nieuwe bladeren tevoorschijn. De plant is vorstgevoelig: in strenge winters sterven veel exemplaren af. In de stad en in West-Nederland is het klimaat altijd milder en daar doen tongvarens het goed.
De tongvaren is vrij zeldzaam. Hij houdt van schaduw en vocht. Je vindt ze op bodems die kalkrijk, voedselarm tot humeus of stenig zijn. Ze staan bijvoorbeeld langs greppels. Tongvarens vind je o.a. in de Zeeuwse en Hollandse duinen, Zuid-Limburg en het Voorsterbos in de Noordoostpolder. Ook staan ze tussen basaltblokken langs rivieren. In de Biesbosch groeien ze op dood hout in de wilgenbossen. In de stad vind je ze op muren zoals kade-, sluis- en grachtmuren en in putten. Het is sowieso leuk om eens nader naar deze muren en putten te kijken. Je vindt er ook andere streepvarensoorten zoals muurvaren en steenbreekvaren en allerlei andere leuke plantjes.
Er is een microvlinder waarvan de rupsen op tongvaren zitten (het tongvarenvretertje). En er is een roest dat op tongvaren voorkomt. Beide zijn zeldzaam.
Hier lees je waarom ik elke dag een soort plaats.
ππ³π°π―π―π¦π―: ππ¦π³π΄π±π³π¦πͺπ₯πͺπ―π¨π΄π’π΅ππ’π΄, ππͺπ¬πͺπ±π¦π₯πͺπ’, π΄π΅π’π₯π΄π±ππ’π―π΅π¦π―.π―π