(20 mei 2023)
Vandaag is het World Bee Day (Wereldbijendag). Deze dag is uitgeroepen door de Verenigde Naties om aandacht te vragen voor het belang van bijen (en bestuivers in het algemeen). Wereldwijd gezien is bijna 90% van de wilde plantensoorten afhankelijk van bestuiving door dieren. Van de voedselgewassen geldt dit voor 75% van de gewassen. Bestuivers dragen dus bij aan de voedselzekerheid én zijn van belang voor de biodiversiteit. Dan is het dus ook van belang om goed voor de bestuivers te zorgen: geen gif gebruiken en zorgen dat ook aan andere behoeften voldaan wordt. Zelf kun je ook een bijdrage leveren door het planten van inheemse planten in je tuin of op je balkon, geen gif te gebruiken en gifvrije planten te kopen. En door het kopen van gifvrij voedsel.
Tot de wilde bijen horen ook de hommels (zie ook de akkerhommel). In Nederland komen 31 soorten hommels voor. Vandaag aandacht voor de aardhommel. Omdat deze moeilijk te onderscheiden is van nauw verwante soorten, wordt vaak gesproken van de ‘aardhommel-groep’. Hiertoe behoren ook de veldhommel, de grote veldhommel en de wilgenhommel.
Al deze soorten zijn zwart met twee gele banden en een wit achterlijfspunt (zie foto’s). In maart komt de koningin al tevoorschijn. De koninginnen zijn vrij groot en vliegen traag. Je kunt deze hommels tot oktober zien vliegen. De mannetjes en jonge koninginnen verschijnen in juni. Het nest van deze hommel zit onder de grond, in oude mollengangen of muizennesten, soms wel 1,5 meter diep. Ze kunnen ook nesten in spouwmuren maken.
De aardhommels zijn niet kieskeurig. In het begin van het jaar vliegen ze op wilg en later in het jaar veel op distels, klaver en vingerhoedskruid. Op de foto’s van linksboven met de klok mee zie je ze op beemdkroon, rietorchis, struikheide, bonte krokus en wilde marjolein. Hommels van de aardhommel-groep hebben allemaal een korte tong. Soms breken ze in bij bloemen waar de nectar diep verscholen ligt, zoals bij de gewone smeerwortel. De werksters zijn ook op bladeren van fruitbomen aan te treffen, waar zij de zoete afscheiding van bladluizen (honingdauw) oplikken.
Net zoals de akkerhommel heeft de aardhommel een broedparasiet, de grote koekoekshommel. Verder kan een nest ‘gekraakt’ worden: een andere koningin dringt het nest binnen en probeert de koningin dood te steken om zo het nest over te nemen.
Aardhommels kun je bijna overal in Nederland tegenkomen. In stedelijk gebied is het een van algemeenste en talrijkste hommelsoorten. De aardhommel wordt ook gebruikt in de tuinbouw, m.n. bij de tomatenteelt.
Hier lees je waarom ik elke dag een soort plaats.
𝘉𝘳𝘰𝘯𝘯𝘦𝘯: 𝘞𝘪𝘬𝘪𝘱𝘦𝘥𝘪𝘢, 𝘯𝘦𝘥𝘦𝘳𝘭𝘢𝘯𝘥𝘴𝘦𝘴𝘰𝘰𝘳𝘵𝘦𝘯.𝘯𝘭