Soort van dag 35: mosgal

(4 februari 2023)

De winter is bij uitstek de tijd om allerlei vervormingen en ‘rare dingen’ in kale bomen en struiken te zien. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor plantengallen, zoals de mosgal op een roos.

Gallen zijn afwijkingen op het normale uiterlijk van een plant. De plant vormt ze zelf als een reactie op de aanwezigheid van een ander organisme. Welk organisme dat is, kun je achterhalen door te kijken naar de kleur en vorm van de gal, waar hij zit op de plant en op welke plant. Er zijn verschillende organismen die gallen veroorzaken: insecten, mijten (zoals de essenbloesemgalmijt bij de es), schimmels, aaltjes, bacteriën en planten (zoals de maretak). Hele bekende zijn de knikkergallen op een eikenblad. De gal biedt het organisme bescherming en voedsel.

De mosgal ontstaat als reactie op de rozen(mos)galwesp. Je vindt ze op wilde rozensoorten zoals hondsroos, egelantier en duinroos. De gal ontstaat op de bladeren en bestaat uit lange vertakte haren die eerst rood-groen en flexibel zijn, en later bruin en houtachtig. In de gal zitten meerdere larven, in aparte kamertjes. Als de wespjes zijn uitgevlogen, kunnen de gallen nog lang aan de plant zitten. Ze dienen dan als schuilplaats voor andere beestjes.

Volwassen galwespen zijn heel klein: 1-5 millimeter. Meestal zijn ze roodbruin of zwart. De vrouwtjes hebben een legboor. Hiermee zetten ze eieren af in het plantenweefsel. Omringende plantencellen sterven af en zo ontstaat er een holte. Als de eitjes uitkomen, ontstaan de gallen als reactie op chemische stoffen die de larven uitscheiden.

De meeste soorten galwespen hebben een generatiewisseling: afwisselend is er een seksuele generatie, met zowel mannetjes als vrouwtjes, en een aseksuele generatie met alleen vrouwtjes. Bij de rozenmosgalwesp zijn mannetjes zeer zeldzaam en worden bijna uitsluitend vrouwtjes gevonden. Deze leggen onbevruchte eitjes waar weer vrouwtjes uit komen (parthenogenese, heet dat).

Ook al biedt een gal bescherming, er zijn toch bedreigingen voor de larfjes van de galwesp. Zo zijn er galwespen die zelf geen gallen veroorzaken. Ze leggen hun eitjes in de gallen van andere galwespen waardoor de oorspronkelijke bewoner kan verhongeren. Verder kan een jong larfje direct geparasiteerd worden door een sluipwesp.

Rechts onderin zie je een foto van een ‘verse’ mosgal (foto van Ronald Steinmann via Pixabay). In de winter zie je de bruine mosgallen. Op rozen kun je overigens nog meer soorten gallen tegenkomen.

Hier lees je waarom ik elke dag een soort plaats.

𝘉𝘳𝘰𝘯𝘯𝘦𝘯: 𝘉𝘰𝘦𝘬 ‘𝘗𝘭𝘢𝘯𝘵𝘦𝘯𝘨𝘢𝘭𝘭𝘦𝘯’, 𝘞𝘪𝘬𝘪𝘱𝘦𝘥𝘪𝘢, 𝘸𝘢𝘢𝘳𝘯𝘦𝘮𝘪𝘯𝘨.𝘯𝘭

Eén gedachte over “Soort van dag 35: mosgal”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: