Soort van dag 39: winterakoniet

(8 februari 2023)

Deze week staat bij ons de winterakoniet volop in bloei. De zon hoeft maar even te schijnen, of de bloemen openen zich. Ook komen er al insecten op af, vooral allerlei soorten vliegen.

Net zoals het sneeuwklokje hoort de winterakoniet tot onze stinzenflora. Ze ‘overzomeren’ niet met bollen, maar met verdikte wortelstokken waarin het voedsel voor het volgende groei- en bloeiseizoen zit opgeslagen.

Aan de ondergrondse wortelstokken ontspruiten stengels met enkel een blad (na de bloei) of stengels met een bloem. Deze stengels zijn zo’n 5-15 cm lang. Onder de gele bloem zit een kraag van drie diep handvormig gedeelde bladeren. Winterakonieten horen tot de ranonkelfamilie en zijn verwant aan de boterbloemen.

Misschien herinner je je het nog van de biologielessen: een standaardbloem heeft groene kelkbladeren, gekleurde kroonbladeren, meeldraden en een stamper. Op deze ‘regel’ zijn veel uitzonderingen. Zo ook bij de winterakoniet. De drie groene bladeren onder de bloem zijn gewone bladeren (geen kelkbladeren). Er is geen onderscheid tussen de kroon- en kelkbladeren: er zijn zes gele bloemdekblaadjes. Verder vallen de tuitvormige honingklieren op; deze zijn evolutionair uit kroonblaadjes ontwikkeld. Met de lekker geurende nectar worden insecten gelokt. Er zijn veel meeldraden zoals bij alle ranonkelachtigen. Het vruchtbeginsel groeit uit tot een kokervrucht met veel zaad (mits de plant bestoven is, uiteraard). En voordat het blad aan de bomen verschijnt, zijn de winterakonieten weer ondergronds gegaan.

Oorspronkelijk komt deze plant uit Zuid-Europa. Vanaf de 17e eeuw zijn ze aangeplant op landgoederen en buitenplaatsen. Daar hebben ze zich verwilderd en inmiddels is de plant ingeburgerd. In een boek uit 1846 staat dat de ‘gele winterbloem’ is aangetroffen op Paddenburg bij Baambrugge en deze zou daar toen al ‘sedert bijna eene eeuw jaarlijks in menigte’ voorkomen.

Maandagmiddag stonden de winterakonieten uitbundig te bloeien, dinsdagochtend waren ze bedekt met een laagje rijp. Dat roept de vraag op: kunnen die bloemen daar wel tegen? Vriezen ze niet kapot?

Planten bestaan uit cellen die o.a. gevuld zijn met water. Als de temperatuur onder het vriespunt zakt, bevriest het water en worden er naaldvormige kristallen gevormd. Deze boren zich dwars door de cellen heen. De plant wordt lek geprikt en gaat dood.

Bij winterharde planten (en bloemen) lossen suikers op in het water van de cellen. De suiker werkt hierbij als een antivries en zo ontstaan er niet van zulke kristallen. Bloembollen en wortelstokken bevatten grote hoeveelheden zetmeel. Die kunnen heel snel omgezet worden in suikers.

Hier lees je waarom ik elke dag een soort plaats.

𝘉𝘳𝘰𝘯𝘯𝘦𝘯: 𝘧𝘭𝘰𝘳𝘢𝘷𝘢𝘯𝘯𝘦𝘥𝘦𝘳𝘭𝘢𝘯𝘥.𝘯𝘭, 𝘝𝘳𝘰𝘦𝘨𝘦 𝘝𝘰𝘨𝘦𝘭𝘴, 𝘣𝘰𝘦𝘬 𝘚𝘵𝘪𝘯𝘻𝘦𝘯𝘱𝘭𝘢𝘯𝘵𝘦𝘯, 𝘞𝘪𝘬𝘪𝘱𝘦𝘥𝘪𝘢, 𝘕𝘦𝘥𝘦𝘳𝘭𝘢𝘯𝘥𝘴𝘦 𝘰𝘦𝘤𝘰𝘭𝘰𝘨𝘪𝘴𝘤𝘩𝘦 𝘧𝘭𝘰𝘳𝘢

2 gedachten over “Soort van dag 39: winterakoniet”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: